10 jaar LRGD Deskundigen

Lessen uit het Register van Gerechtelijke Deskundigen
Nico Keijser en Hans Mulder*

Om een uitspraak te doen in een geschil waarin technische aspecten een beslissende rol spelen kan de rechter één of meer deskundigen benoemen. Die deskundigen leveren dan de (vak)technische antwoorden op de vragen van de rechter. Zo wordt bewerkstelligd dat de ontbrekende technische kennis van de rechter wordt aangevuld, die op grond daarvan de juridische beslissing neemt. Die deskundigen moeten dan wel voldoende kwaliteit in huis hebben. Sinds januari 2007 hebben rechters en betrokken partijen de mogelijkheid om bij de benoeming van deskundigen gebruik te maken van een register. De stichting Landelijk Register van Gerechtelijk Deskundigen, afgekort LRGD (www.lrgd.nl), is in 2005 opgericht door gerechtelijke deskundigen. Zij volgden destijds gezamenlijk een specialisatie opleiding tot gerechtelijke deskundige. Die opleiding bestond tot dan toe niet.

Bij de oprichting stelde het LRGD zich ten doel een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van deskundigenbewijs door een openbaar register te beheren met gerechtelijke deskundigen, die ook voldoende juridisch toegerust zijn om op te treden in civiel recht, strafrecht, - en bestuursrechtzaken. Het LRGD registreert deskundigen op allerlei vakgebieden van IT, Accountancy, Geneeskunde, Milieu, Grondonteigening tot en met Toxicologie en Scheepvaarttechniek.

Les I Kwaliteitsverbetering
Deskundige zijn in de rechtspleging is een vak

Uit het verleden zijn situaties bekend van personen die na een eerste benoeming vele jaren achtereen, zonder enige vorm van periodieke toetsing van het kennisniveau op het vakgebied of het juridische kennisdeel van het optreden als deskundige in rechte optraden als dé (enige) deskundige. De benoemende rechtbank noch de deskundige zelf hadden enige motivatie om in de bestaande situatie wijzigingen aan te brengen. De rechtbank kon eenvoudig contact zoeken met de hen bekende deskundigen. De deskundige kon rekenen op een aantal zaken per jaar van die rechtbank met de daarbij behorende omzet. Deze werkwijze is in de huidige tijd niet meer verdedigbaar. Net als in andere vakgebieden is de deskundige in rechte gehouden aan te tonen dat hij/zij een bepaald kennisniveau heeft en dat op peil te houden door middel van permanente educatie. Dat aantonen geldt dus voor zowel het vakgebied als voor de kennis van het optreden als deskundige in gerechtelijke procedures. In de praktijk blijkt dat steeds meer personen hiertoe bereid zijn omwille van het leveren van een kwalitatief hoogstaande dienstverlening. Na 5 jaar registratie vindt herregistratie plaats waaraan opnieuw eisen zijn verbonden, die door de onafhankelijke Commissie van Toelating van het LRGD worden getoetst.

Het mes snijdt aan twee kanten
Geregistreerde deskundigen gebruiken opgedane kennis en ervaring in gerechtelijke onderzoeken in het optreden als partijdeskundige en vice versa. Dit leidt tot kwaliteitsverbetering zowel van het deskundigenonderzoek in opdracht van de rechter als bij partijdeskundig onderzoek. Met die werkwijze kunnen zowel de individuele deskundigenberichten kwalitatief beter worden als deskundigenberichten in het algemeen.

Deskundigen hebben wel behoefte aan terugkoppeling van gebruikers van het deskundigenbericht. Hierover hebben Van Spaendonck en Keijser het artikel ‘Kwaliteitsborging van deskundigenberichten in het civiel recht’[1] geschreven. Zij vragen om een structurele terugkoppeling vanuit de rechterlijke macht en doen daarvoor ook suggesties.

Les II Een (openbaar toegankelijk) register dient diverse doelen
Professionals hebben behoefte aan een register.

Deze les kan worden bezien vanuit verschillende invalshoeken.
Eerst vanuit die van de rechterlijke macht. In dit geval zijn de professionals de rechters en raadsheren die in een procedure een deskundige willen benoemen. Zij raadplegen het register omdat hier deskundigen uit alle vakgebieden eenduidig in zijn opgenomen, in tegenstelling tot de noodzaak om voor elk ander vakgebied een andere organisatie te moeten raadplegen. In dat geval zou door de rechterlijke macht voor elk domein (denk aan IT, Accountancy, Geneeskunde, Milieu, Grondonteigening tot en met Toxicologie en Scheepvaarttechniek) separaat moeten worden getoetst of de geregistreerde perso(o)n(en) voldoen aan de te stellen eisen inzake kennis en kunde in rechtspleging.

Vanuit de visie van advocatuur bezien is de behoefte in grote lijnen gelijk aan die van de rechterlijke macht. Alhoewel kan worden betoogd dat advocaten, die veelal zelf een specialisatie hebben, beter zijn ingevoerd in de voor dat deelgebied relevante beroepsorganisaties, kan ook voor hen gelden dat geregistreerde deskundigen in één register samen opgenomen een meer efficiënt zoeksysteem borgen.

Ten derde vanuit de visie van de deskundigen. Deskundigen, beter gezegd vakbekwame professionals die hun kennis en kunde mede als gerechtelijk deskundige inzetten, hebben behoefte aan een gezamenlijke 'beroepsorganisatie' waar verdergaande kennisuitwisseling tussen deskundigen wordt bewerkstelligd.

In alle gevallen is het zo dat alle informatie over deskundigen, achtergrond, kennis en kunde, lidmaatschappen van beroepsorganisaties en eventuele nevenfuncties beschikbaar zijn op de site van het LRGD. Op basis van deze informatie en de kenbare toelatingscriteria tot het register, weten partijen waar ze aan toe zijn met een bepaalde deskundige.

Openbaar toegankelijk register
Een analyse van alle stappen in het proces van registeren laat zien dat, in navolging van Van Ettekoven[2], het een les is om de processen niet alleen voor de deskundigen en het bureau van het register transparant en eenvoudig te houden, maar vooral ook voor de afnemers van deskundigheid, naast rechters, in het bijzonder ook advocaten en partijen in het geval van partijdeskundigenberichten. De deskundigheid in rechte dient eenvoudig te kunnen worden vastgesteld door de afnemers, voordat de betreffende persoon wordt benoemd of wordt voorgedragen om als deskundige te worden benoemd. Denk hierbij aan:

  • Informatie over de persoon, functie en nevenfuncties;
  • Informatie over zijn of haar vakkennis (lidmaatschap Beroepsorganisatie)
  • kennis van de procedure van deskundigenonderzoek (juridische opleiding en registratie)
  • bijblijven op dat gebied (LRGD Permanente Educatieverplichting)

In deze informatie wordt door het LRGD Register voorzien middels:

  • openbare beschikbaarheid van de gegevens van de deskundige
  • openbare beschikbaarheid van lidmaatschap(pen) Beroepsorganisatie(s)
  • openbare beschikbaarheid van relevante juridische opleiding en registratie zelf
  • verplichting tot LRGD Permanente Educatie

Dat het bestuur en bureau van een register actief dient te sturen en opereren, om bovenstaande kwaliteitseisen te borgen en te verbeteren, mag voor zich spreken. Het nog steeds groeiende aantal deskundigen na 10 jaar LRGD spreekt daarbij ook voor zich.

Deskundigen onder één dak
Door professionals die optreden als deskundige in rechte bijeen te hebben in één register is het ook voor belanghebbenden efficiënt om met deskundigen in contact te treden. Anderzijds is het voor het LRGD mogelijk om namens deskundigen met anderen in contact te treden. Van beide situaties geven we enkele voorbeelden.

Per 1 januari 2015 zijn de onteigeningsdeskundigen van alle landelijke Onteigeningskamers op verzoek van die Kamers opgenomen in het register van het LRGD. Tot dan toe beheerde elke Onteigeningskamer zijn eigen adressenbestand van deskundigen, was niet duidelijk aan welke eisen deskundigen voldeden en hoe men kon toetreden tot de lijst van deskundigen of wanneer men zou moeten afvloeien van de lijst. Daarbij was geen systeem voorhanden op basis waarvan de Onteigeningskamers partijen konden informeren over de te benoemen of benoemde deskundigen.

Na een inventarisatieronde door het LRGD bij relevante beroepsorganisaties zijn gezamenlijk eenduidige criteria opgesteld. Op basis daarvan zijn eisen geformuleerd waaraan de in Onteigeningsprocedures optredende Juristen en Taxateurs moeten voldoen. Deze eisen zijn gepubliceerd op de website van het LRGD.  

Met het programma Kwaliteit en Innovatie Rechtspraak KEI zal er voor alle betrokkenen in de rechtsgang veel veranderen. Het LRGD is betrokken (geweest) bij de periodieke vergaderingen met het projectteam en heeft daar opmerkingen geplaatst en vragen gesteld met betrekking tot de inrichting van de werkwijze van deskundigen binnen de digitale procesgang.

Het LRGD heeft aan de Raad voor de Rechtspraak suggesties gedaan voor wijzigingen in het Model Deskundigenbericht en de Leidraad deskundigen in civiele zaken. Deze suggesties komen voort uit gebruik in de dagelijkse praktijk van deskundigen. Als voorbeeld moge gelden dat LRGD-deskundigen een methodologische onjuistheid in het Model Deskundigenbericht hebben gesignaleerd. Dit aangepaste Model (zowel als het oorspronkelijke) zijn gepubliceerd op de website van het LRGD.

De Leidraad is zodanig geschreven dat daarin de deskundige wordt geadresseerd. In de eerste zin in de Inleiding staat: “Bij rechterlijke uitspraak bent u tot deskundige benoemd.” In de praktijk echter gebruiken zowel partijen en advocaten de Leidraad om de deskundige daaraan te toetsen en hun eigen handelen en communicatie daarop af te stemmen. Dat kan een andere redactie van de Leidraad vragen. Het LRGD wacht met spanning op een vernieuwde versie van beide documenten, welke door Rechtspraak is aangekondigd.

Het LRGD heeft gehoor gegeven aan de vraag om opmerkingen te maken bij een consultatieronde voor de destijds te vernieuwen vernieuwde Gedragsregels voor deskundigen optredend in het strafrecht.

In al deze gevallen raadpleegt het LRGD de geregistreerde deskundigen zodat van een breed panel gebruik gemaakt kan worden.

Les III Actuele kennis en Permanente Educatie
Bijhouden van kennis op het vakgebied

Hoewel het een open deur lijkt, kan het in een rechtszaak goed fout gaan wanneer een deskundige niet beschikt over actuele kennis. Alhoewel er vakgebieden zijn te benoemen waar de vooruitgang of veranderingen langzamer gaan dan andere, is vaststelling van de feiten die relevant zijn voor de rechter, aan de hand van de actuele situatie of kennisniveau in dat vakgebied, wel een vereiste. Aan opname in het register van deskundigen zijn daarom voorwaarden verbonden aan de vakdeskundigheid van de deskundige. De Commissie van Toelating van het LRGD baseert zich daarbij in beginsel op bestaande erkenningen van vakkennis, die kan blijken uit het lidmaatschap van een in het betreffende vakgebied representatieve beroepsvereniging, zoals de NVM (Nederlandse Vereniging van Makelaars o.g. en vastgoeddeskundigen), de NVR (Nederlandse Vereniging van Rentmeesters), de NBA (Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants) of de NVBI (Nederlandse Vereniging van Beëdigde Informaticadeskundigen). Het op peil houden van de kennis op het eigen vakgebied is een verantwoordelijkheid van de deskundige, maar wordt niet (altijd) door de rechter gecheckt. Aan het feit dat een persoon bij het LRGD is geregistreerd blijkt dat hij lid is van een relevante beroepsorganisatie met een PE verplichting. Bij het LRGD zijn ruim 40 beroepsorganisaties geaccrediteerd als “zelfstandig kwalificerend” en daarnaast ruim 60 ‘overige beroepsorganisaties” die aanvullende informatie geven over de kennis en kunde van de betreffende deskundige.

Het Register van het LRGD baseert zich in eerste instantie op het lidmaatschap van een voor de branche relevante en representatieve brancheorganisatie. “Ik werk in dit veld, maar ik wil geen lid zijn van een brancheorganisatie, omdat deze het wat mij betreft niet goed doet” is geen argument. Zo’n persoon kan niet toetreden tot het register. Wel is er ruimte om geregistreerd te worden in een vakgebied waarvoor geen relevante beroepsorganisatie bestaat. Deze personen worden door de onafhankelijke Commissie van Toelating meer diepgaand getoetst voor wat betreft hun vakkennis. Indien noodzakelijk kan de Commissie van Toelating daarvoor een tijdelijke externe toetsingscommissie van deskundigen inschakelen.

Permanente Educatie
Doordat de geregistreerde deskundigen in de regel lid zijn van een beroepsorganisatie, kunnen de eisen voor permanente educatie worden gevolgd van de betreffende beroepsorganisatie. Immers elke serieus te nemen beroepsvereniging of -organisatie kent tegenwoordig zulke regels. De door het LRGD als ‘zelfstandig kwalificerende’ getypeerde beroepsorganisaties kennen gedragsregels, tuchtrecht en hebben een PE-verplichting. Met de PE-regels van de beroepsorganisatie heeft het LRGD geen inhoudelijke bemoeienis. Wat de juridische permanente educatie betreft, wordt door het LRGD als eis gesteld dat de ingeschreven deskundigen jaarlijks deelnemen aan door het LRGD erkende PE-activiteiten. Het LRGD biedt met regionale intervisiebijeenkomsten en het jaarlijkse symposium de geregistreerden de mogelijkheid om de kennis inzake het optreden als deskundige in rechte op peil te houden. Daarnaast kunnen de geregistreerden via erkende trainingen, publicaties in vakbladen en het verzorgen van colleges PE-punten behalen.

In 2017 zal het LRGD het tot dan toe vigerende Reglement voor de Permanente Educatie middels een onderzoek bij zowel nationaal als internationaal vergelijkbare instituten herijken.

Les IV De gerechtelijke mores
Meer juridische kennis dan alleen de Leidraad
Een gerechtelijke deskundige moet beschikken over de noodzakelijke juridische kennis. Het doen van deskundigenonderzoek heeft een formele plaats in het bewijsrecht. Het deskundigenbericht en het daaraan voorafgaande deskundigenonderzoek, moeten aan strikte eisen voldoen om bij de rechter te kunnen dienen als bewijs en door de rechter ook als zodanig te kunnen worden gebruikt. Het toetsen van die juridische kennis, maar ook die van de vakkennis, was tot voor enige jaren geen gewoonte. Hoewel de rechtbank bij een benoeming een handleiding (de Leidraad) meestuurt, staat deze handleiding in schril contrast met de verplichting van het LRGD om een erkende opleiding te volgen. Naar mening van het LRGD kun je de functie van deskundigenonderzoek en een deskundigenbericht in de juridische procedure, pas goed begrijpen wanneer je daartoe breder bent opgeleid dan je uit de Leidraad kunt halen. Dit geldt evenzo voor de taken van de persoon van de deskundige waaraan de opleiding aandacht besteedt.

Erkende opleidingen zijn:

  • Post Academisch Onderwijs Universiteit Leiden (Specialisatieopleiding Gerechtelijk Deskundige),
  • Stichting Forensische Mediation (SFM) (Specialisatieopleiding Forensische Mediation),
  • Leyden School of Law & Economics (Postdoctorale Opleiding Forensic Economics, Specialisatieopleiding Gerechtelijk Deskundige Seniortraject).
  • Postacadmisch Onderwijs Maastricht University, Specialisatieopleiding Deskundige in Strafzaken (voor registratie in het Strafrecht)

Voor gespecificeerde vakgebieden zijn er erkende opleidingen zoals

  • Centrum voor Postacademisch Juridisch Onderwijs van de Radboud Universiteit Nijmegen, Leergang Onteigeningsrecht
  • NCOI Techniek, Grondverwerving & Schadevergoedingen

De deskundige moet na voltooiing van de opleiding in staat zijn binnen het juridische kader te denken en zich vanuit die invalshoek te kunnen presenteren. Daarbij moet hij/zij weten dat het deskundigenbericht een technisch document is waarin voor juridische bespiegelingen geen plaats is. Door het juridische jargon te (her)kennen kan hij zich onthouden van juridische uitspraken. De opleiding richt zich op wetskennis en in het bijzonder het procesrecht. Daarnaast wordt aandacht geschonken aan noodzakelijke vaardigheden als het schrijven en verdedigen van het deskundigenbericht, en wordt geoefend in een Moot Court. De opleiding wordt afgesloten met een examen waarvan een door de kandidaat overgelegd deskundigenbericht en de verdediging daarvan onderdeel uitmaakt. Om te toetsen of de kandidaat zich het juridisch jargon en de juridische denkwereld heeft eigen gemaakt wordt een juridische paper beoordeeld.

Deskundigen uit verschillende vakgebieden hebben overeenkomsten
Veel verdergaand dan bij de oprichting van het LRGD werd verondersteld, blijken deskundigen uit een waaier aan vakgebieden in staat te zijn om elkaars werk te ondersteunen, te becommentariëren en ook daadwerkelijk te verbeteren. In tegenstelling tot dat wat je zou denken dat vakgenoten alleen onder elkaar discussiëren en er groepsvorming onder vakgenoten ontstaat, laten de intervisiebijeenkomsten van het LRGD zien dat het optreden als deskundige in rechte, over alle vakgebieden heen, raakvlakken kent. Deze worden onderkend en stellen deskundigen in staat om vakoverstijgend te leren van elkaars ervaringen. Daarbij wordt uiteraard wel in ogenschouw genomen dat sommige vakgebieden eigen regels hebben, eigen gewoonten hebben of juist eigen beperkingen kennen. Opvallend afwijkende procedures zijn bijvoorbeeld die in medisch onderzoek of rond onteigeningen.

Les V Deskundige deskundige

In ‘De deskundige deskundige. Over registers en de ‘disclosure statement’ [3] is Van Ettekoven positief over de werkwijze van het LRGD, de wijze waarop het register is ingericht en de transparante informatie over de deskundigen beschikbaar is.

Gezien het onderzoek van de heer Van Ettekoven, wordt onderstaande les geciteerd (zie referentie naar de bron):
Van de plannen bij de oprichting om ook het civiele en bestuurs- recht te bedienen, is niets terechtgekomen. Dat ligt niet alleen aan het NRGD. Ministerie en Raad voor de rechtspraak zijn ook niet bereid daar geld in te steken. Kortom, anders dan de naam doet vermoeden is het NRGD niet hét Nederlandse register voor gerechtelijke deskundigen. Het is een register op een deelgebied. Dat verklaart het bestaansrecht van andere registers, zoals het LRGD, DOBS en NVMSR.

Het LRGD. Het beeld bij het LRGD is een stuk positiever. Het LRGD is een kleine, particuliere organisatie. Het heeft een goed functionerende openbare website waarop veel informatie is te vinden over de geregistreerde deskundigen. Het LRGD werkt samen met beroepsverenigingen, die niet alleen vakinhoudelijke eisen stellen aan opleiding, ervaring en permanente educatie, maar die ook beschikken over een klachtregeling en bereid zijn zich te onderwerpen aan tuchtrechtspraak. Door samenwerking met deze beroepsverenigingen en organisaties als de StAB heeft het LRGD deskundigen geregistreerd op vele (deel)gebieden van het civiele recht, zoals het onteigeningsrecht, het bestuursrecht en het strafrecht. Als het gaat om informatie over de kwaliteit van deskundigen hebben gerechten meer aan het LRGD dan aan Dix.

Dix is als deskundigenregister van de gerechten niet van de grond gekomen. Om tal van redenen. Ten eerste omdat in den beginne alle deskundigen die dat wilden in het register konden worden opgenomen (Dix 1.0). Opschoning heeft mondjesmaat plaatsgevonden en werkt matig tot zeer matig. Dat is mede omdat het beheer van Dix niet landelijk plaatsvindt, maar wordt gevoerd door de afzonderlijke rechtbanken, de lokale beheerders. Die rechtbanken doen dat niet stelselmatig en bovendien is niet iedere rechtbank bereid zijn lijstjes met deskundigen te delen. Los daarvan schakelen rechtbanken deskundigen in, ook als die niet in Dix zijn opgenomen. Ernstiger is dat Dix 2.0 nooit van de grond is gekomen. Dix bevat daarmee na acht jaar nog steeds geen betrouwbare informatie over de kwaliteit van de deskundige. Een vakinhoudelijke screening van deskundigen, zoals bij NRGD en LRGD, heeft niet plaatsgevonden. Op basis van de ervaringen bij het NRGD moet worden verwacht dat 20-30% van de in Dix geregistreerde deskundigen niet voldoet aan de eisen om als gerechtelijk deskundige op te treden. Bij zo’n 3.000 deskundigen gaat het dan al snel om 500 personen die niet zouden mogen worden ingezet, terwijl dat wel kan gebeuren. Dat is zeer ernstig. Voor mij onbegrijpelijk is het dan ook dat ministerie en Raad voor de rechtspraak niet bereid zijn geld te steken in de inhoudelijke opwaardering van Dix. Kortom, Dix is niks.

Conclusies
Deskundigen die bij het LRGD zijn geregistreerd, zijn gemotiveerd om bij te blijven in zowel het eigen vakgebied als in het optreden als deskundige. Door zich te verbinden aan het register van het LRGD zijn zij zich bewust van eventuele manco’s in kennis en/of vaardigheden. In de praktijk leidt dat tot ‘deskundige deskundigen’: deskundig op het vakgebied én kennis van het optreden als deskundige.

Overweging in 2005
Één van de oprichters van het LRGD, wijlen Ben Slijk stelde in 2005: “Dat wil niet zeggen dat het benoemen van ‘verkeerde deskundigen’ verleden tijd is en dat rechters en advocaten alleen zullen kunnen kiezen uit een register met gediplomeerde deskundigen. Want een dergelijke beperking zou tornen aan de onafhankelijkheid van de rechter en dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Het blijft dus opletten voor de procederende partijen. Wanneer zij in het overleg met de rechter met een eensluidende voordracht komen, dan zal de rechter die meestal volgen. Partijen kunnen dan een deskundige laten benoemen die weet wat er van hem wordt verwacht in een gerechtelijke procedure. Een complicerende factor is natuurlijk, dat meestal minstens één partij ‘boter op zijn hoofd heeft’ en niet gebaat is bij een deugdelijk onderzoek naar schuld en schade.”

Deze complicerende factor kan weggenomen worden wanneer uit een register gekozen wordt.

Uitnodiging
In de aanloop naar het lustrum symposium op 23 november 2017 maken wij de inventaris op van 10 jaar LRGD. Dit doen wij om anderen in de gelegenheid te stellen te reflecteren over de door ons waargenomen lessen. Dit artikel is uitdrukkelijk een uitnodiging om uw visie met ons te delen. Als u dat wilt, vragen wij u om uzelf kenbaar te maken bij het LRGD. Gebruikt u het mailadres info@lrgd.nl of de adresgegevens via de website. Wellicht kunt u bijdragen aan het symposium. Wij zijn van mening dat het LRGD is geslaagd in haar doel. Bent u dat ook?

Het symposium “10 jaar LRGD” wordt gehouden op
23 november 2017 in de Jaarbeurs te Utrecht.
De inschrijving is reeds geopend.
Informatie via www.lrgd.nl/lrgd/symposia

Tot en met 31 augustus 2017 geldt een verlaagd inschrijvingstarief

* over de auteurs
mr .ing. Nico Keijser is secretaris van het Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen (LRGD)
Prof. dr. ing. Hans Mulder is verbonden aan de PE-commissie van het LRGD.
Beide auteurs zijn bij het LRGD geregistreerd als gerechtelijke deskundige en treden regelmatig als zodanig op.

 

[1] TREMA, februari 2014

[2] B.J. van Ettekoven, zie later

[3] B.J. van Ettekoven, Overheid en Aansprakelijkheid, O&A 2016/53, Afl. 3 – November 2016